Nadat Georges Seurat in 1887 het eerste neo-impressionistische schilder Un dimanche à la Grande Jatte (1884/86) gingen een aantal Belgische avant-gardekunstenaars zoals Théo Van Rysselberghe en Willy Finch experimenteren met de pointillistische techniek. Het opzet was om in kleine stippen onvermengde kleuren aan te brengen op een doek, zo dat de kleurschakeringen niet op het doek maar in oog en…
Lees meer
Nadat Georges Seurat in 1887 het eerste neo-impressionistische schilder Un dimanche à la Grande Jatte (1884/86) gingen een aantal Belgische avant-gardekunstenaars zoals Théo Van Rysselberghe en Willy Finch experimenteren met de pointillistische techniek. Het opzet was om in kleine stippen onvermengde kleuren aan te brengen op een doek, zo dat de kleurschakeringen niet op het doek maar in oog en brein van de toeschouwer zouden ontstaan.
Onder de Belgische neo-impressionisten was Henry Van de Velde de meest orthodoxe. Theo Van Rysselberghe werkte als portretschilder in een aangepaste versie van het neo-impressionisme. Henry Van de Velde gebruikte voor deze voorstelling van een vrouw in Kempense klederdracht die uitkijkt over een dorpsplein gekleurde verfstippen van dezelfde grote. Daardoor wordt voorstelling als vanzelf minder gedetailleerd en eenvoudiger. Van Rysselberghe blijft trouw aan de opvatting van het schilderij als een natuurgetrouwe driedimensionale illusie op een tweedimensionaal oppervlak. De ruimteweergave en de suggestie van volumes worden in het werk van Henry Van de Velde ondergeschikt aan het overvloedige licht en de nagenoeg rudimentaire vormentaal. Dat Henry Van de Velde enkele jaren later voor de toegepaste kunsten, de architectuur en het modernisme zou kiezen wordt in dit schilderij al min of meer aangekondigd.
Van de Velde maakte het schilderij in Wechelderzande waar hij al enkele jaren aan het werk was. Net zoals andere schilders verbleef hij bij voorkeur in de dorpsherberg De Keizer waar hij vanuit een op het gelijkvloers of het atelier op de eerste verdieping uitkeek op de 17de eeuwse herberg Den Hert. Het uitzicht is vandaag niet zoveel veranderd. De huizen werden vervangen door modernere bouwsels maar de twee linden staan nog steeds voor de oude herberg.
De jonge Van de Velde toonde het schilderij voor het eerst in Brussel bij Les XX in 1890 onder de titel: Dorpstaferelen: VI De vrouw gezeten aan het venster. Niet alle schilderijen die tot reeks behoorden werden teruggevonden.
Lees minder