In 1878 vertrok Jan Van Beers naar Parijs, op zoek naar aanzien en fortuin. De Lierse twintiger droomde van een glansrijke carrière als historieschilder in de artistieke hoofdstad van Europa. De conservatieve (ook Franse) pers loofde Van Beers’ talent en bewonderde naast zijn originele keuze van geschiedkundige onderwerpen vooral zijn virtuoze kleurengebruik en verbluffende techniek. Men zag in hem zelfs…
Lees meer
In 1878 vertrok Jan Van Beers naar Parijs, op zoek naar aanzien en fortuin. De Lierse twintiger droomde van een glansrijke carrière als historieschilder in de artistieke hoofdstad van Europa. De conservatieve (ook Franse) pers loofde Van Beers’ talent en bewonderde naast zijn originele keuze van geschiedkundige onderwerpen vooral zijn virtuoze kleurengebruik en verbluffende techniek. Men zag in hem zelfs een waardige opvolger van Henri Leys, die in 1869 was overleden. Maar Van Beers’ historiestukken bleven onverkocht en ook de Franse staat wilde ze niet. Daarom besloot de schilder in 1880 resoluut de historieschilderkunst te verruilen voor meer lucratieve genres. Hij specialiseerde zich voortaan in frivole genreschilderijtjes en fijn gepenseelde portretten. De Parijse burgerij was er dol op en Van Beers werd rijk en beroemd, precies zoals hij had gedroomd.
Keizer Karel als kind is een van de laatste historische taferelen van zijn hand. Van Beers schilderde het in 1879 in Parijs en stelde het in hetzelfde jaar tentoon op de Salon van Antwerpen. Een jaar later werd het werk geselecteerd voor de grote tentoonstelling van Belgische kunst in Brussel, ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid.
Karel, de eerste zoon van Filips de Schone en Johanna van Castilië, werd in 1500 in Gent geboren. Toen zijn vader, de hertog van Bourgondië in 1506 overleed, erfde Karel de Nederlanden. In 1515 werd hij meerderjarig verklaard, in 1516 werd hij koning van Spanje en in 1519 Duitse keizer. Door toeval en voorbestemming werd Karel gaandeweg de machtigste vorst op aarde. Die opgang fascineerde de 19de eeuw: men zag dramatiek in het portret van een kind dat machtig werd voor het besefte wat dat betekende. Nonchalant zit het jongetje op een rijkversierde stoel. Hij draagt een prachtig witzijden pakje, omzoomd met gouden linten. Zijn voetjes rusten op een mooi kussen. Op zijn hoofd draagt hij een baret waarop een kostbare sierspeld steekt. De wat bleke Karel staart uitdrukkingsloos voor zich uit. Alsof hij de zware verantwoordelijkheid van zijn latere leven al aanvoelt. De windhond en het boek op de vloer kunnen hem niet verstrooien.
De kracht van dit portret schuilt, behalve in de magistrale techniek en stijl, vooral in het feit dat het de fantasie van de kijker prikkelt. In een eeuw waarin de eigenheid van het kind werd gecultiveerd, en gezag en prestige steeds meer met persoonlijke verdiensten werden verbonden, was het beeld van een kind op de troon geen vanzelfsprekendheid. Keizer Karel als kind is een 19de-eeuwse enscenering van een 16de-eeuws vorstenkind. Het doek laat zien hoe een onschuldig kind ontvoerd werd door de volwassen wereld. Of zoals Pol De Mont het in 1898 verwoordde in Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift: ‘[…] De kwijnende Morbidezza van een verwend, vroeg rijp vorstenkind; de langoereuze verveling van een geest, die in volslagen ledigheid zint op wat anders is, op wat nieuw is, al is ‘t ook verboden of wellicht precies dáarom; voortreffelik was dat hier uitgesproken in dat tengere, bleeke wezen […].’
Lees minder