Nadat Käthe Kollwitz het werk leerde kennen van Max Klinger, de vernieuwer van de Duitse prentkunst rond 1900, stopte ze met schilderen en wijdde zich aan de grafische kunst. Kollwitz interesseerde zich voor het leven en de ellende van de werkende klasse. Voor haar eerste sociale werken zocht ze haar inspiratie niet in de realiteit maar in de literatuur. Dat…
Lees meer
Nadat Käthe Kollwitz het werk leerde kennen van Max Klinger, de vernieuwer van de Duitse prentkunst rond 1900, stopte ze met schilderen en wijdde zich aan de grafische kunst. Kollwitz interesseerde zich voor het leven en de ellende van de werkende klasse. Voor haar eerste sociale werken zocht ze haar inspiratie niet in de realiteit maar in de literatuur. Dat is het geval voor de prent De carmagnole die de laatste pagina’s van Charles Dickens’ A Tale of Two Cities verbeeldt. De scène, die zich in de roman in Parijs afspeelt, verplaatste Kollwitz naar de Gängeviertel in Hamburg. Vrouwen met ontblote borsten die tijdens het Schrikbewind (1792-1794) bij de terechtstellingen assisteerden en die bekend staan als ‘les tricoteuses’, voeren op het ritme van tromgeroffel een teugelloze heksensabbat uit rond een guillotine. Kollwitz bracht hier de uitzinnige menigte op een bijna karikaturale manier in beeld. Haar benadering en de gebruikte techniek zijn verwant met Klingers visie die benadrukte dat het contrast van zwart en wit de kracht van de boodschap versterkt, in tegenstelling tot kleur die, hoewel ze dichter bij de realiteit aanleunt, de draagwijdte afzwakt.
Lees minder