In 1716 bestelt het Kasselrijhuis van Oudburg te Gent een reeks van vijf wandtapijten met de verheerlijking van de goden. Het Kasselrijhuis is in die tijd een leenhof van het graafschap Vlaanderen, gelegen binnen de omwalling van het Gravensteen. Reeds een jaar later sieren de tapijten de wanden van de grote collegezaal. Het wapen van de Oudburg, een sabel met…
Lees meer
In 1716 bestelt het Kasselrijhuis van Oudburg te Gent een reeks van vijf wandtapijten met de verheerlijking van de goden. Het Kasselrijhuis is in die tijd een leenhof van het graafschap Vlaanderen, gelegen binnen de omwalling van het Gravensteen. Reeds een jaar later sieren de tapijten de wanden van de grote collegezaal. Het wapen van de Oudburg, een sabel met een gevoegde poort van zilver gehouden door een geleeuwde luipaard, zien we op elk tapijt bovenaan in het midden. Tijdens de Franse Revolutie wordt het College van de Oudburg afgeschaft en het Kasselrijhuis gesloopt. Na een aantal omzwervingen krijgt de reeks uiteindelijk in 1904 een plaats in de erezaal van het Museum voor Schone Kunsten. Met De verheerlijking van Minerva wordt opnieuw het belang van de beschaving beklemtoond. Minerva is, evenals Apollo, de antipode van Mars. Geboren uit het hoofd van Jupiter is zij de godin van de wijsheid, van de kennis en van de vrede. Als strijdbare godin kan zij vrede doen heersen en beschermt zij de beschaving, hier voorgesteld door verschillende allegorische figuren. De vrouw naast haar met de hoorn des overvloeds onder haar arm symboliseert de Voorspoed. Verder zien we de Bouwkunst, de Beeldhouwkunst, de Schilderkunst, de Wetenschappen, de Poëzie en de Muziek. Allen komen Minerva eer betuigen. Op de voorgrond vernietigen twee putti oorlogstuig, terwijl de Faam de overwinning van Minerva met bazuingeschal verkondigt: de rede zegeviert over het zinneloze geweld. In de achtergrond zien we een ploegende boer en een haven. Zij staan voor de Landbouw en de Handel.
Lees minder