Shared Liability is een verzekeringspraktijk waarbij onderlinge bruiklenen enkel worden verzekerd voor het transport en de art handling en niet voor het verblijf in het bruikleennemend museum zelf. We gaan er immers van uit dat de veiligheidsomstandigheden, de professionaliteit van de medewerkers en de klimatologische omstandigheden in de deelnemende musea in belangrijke mate gelijk zijn en het risico op schade relatief beperkt is. Zo kan worden bespaard op de zware verzekeringskost.
Wanneer er niettemin toch schade is, dan blijft die meestal beperkt. In dergelijke gevallen is het bruikleennemend museum aansprakelijk voor eventuele restauratie tot 500.000 euro.
De Shared Liability is geen garantie dat een aanvraag tot bruikleen effectief wordt toegezegd. Het behoort tot de bevoegdheden van de bruikleengever om een bruikleen al dan niet toe te zeggen.
De verbreding van de shared liability-regeling is belangrijk omdat hiermee ook de verantwoordelijkheden op het vlak van arthandling, klimatisering en veiligheid worden scherpgesteld. Wanneer deze niet kunnen worden gegarandeerd, blijft elke bruikleen, ook een onder de shared liability-regeling, allesbehalve evident.
Een eerste Shared Liability werd reeds in 2009 afgesloten tussen het Groeningemuseum, het KMSKA, het MSK en de aan deze musea toevertrouwde werken uit de collectie van de Vlaamse Gemeenschap.
Gezien de uitbreiding van de VKC met M Leuven en Mu.ZEE werd nagedacht over een verdere uitbreiding van de regeling. Ook het Departement Cultuur was hiervoor vragende partij. De betrokken musea werden in 2020 bereid gevonden het systeem te verbreden en een Shared Liability op te zetten tussen KMSKA, Musea Brugge (waar dat voorheen enkel het Brugse Groeningemuseum was), MSK Gent, Mu.ZEE, M Leuven, de stedelijke Antwerpse musea Museum Mayer van den Bergh en het Rubenshuis, en de musea voor hedendaagse kunst M HKA en S.M.A.K. De eventuele uitbreiding naar het Middelheimmuseum wordt verder onderzocht.
Een activering van de nieuwe Shared Liability wordt verwacht in 2021, als alle noodzakelijke besturen de overeenkomst hebben goedgekeurd.