James Ensor was sterk geïnteresseerd in de politieke actualiteit. Vaak nam hij een open politiek en sociaal standpunt in tegen het establishment. Hij verwerkte zijn politieke betrokkenheid onder meer in massataferelen waarbij het volk, afgezien van haar „alomvattende‟ diversiteit, voorgesteld wordt als een boosaardig en redeloos gegeven, voortgedreven door hysterie en hilariteit. De prent België in de 19de eeuw (1889) is een treffende illustratie van het eigenzinnige engagement van de kunstenaar. Het werk alludeert op de socialistische betogingen voor algemeen stemrecht en hervormingen in het onderwijs en het leger.
Vaak gebruikte Ensor geschreven tekst om zijn boodschap te versterken door de toeschouwer rechtstreeks aan te spreken, zoals bij voorbeeld ook in de Doctrinaire voeding (1889). In deze ets wordt de koning in het gezelschap van de vermeende machthebbers van het land getoond: een officier, een politicus, een bisschop en de rector van een universiteit. Op hun rug of in hun hand houden zij zonder enige belangstelling bordjes met de eisen van de nieuwe sociale beweging: persoonlijke dienstplicht, algemeen stemrecht en verplicht onderwijs. Zij voeden het volk met hun ontlasting, de afval van hun politieke macht. De zon, bovenaan links, was een courant symbool in anarchistische publicaties.
Satire is ook kenmerkend voor een aantal etsen van James Ensor waarin historische taferelen fictief zijn behandeld en grote massa‟s eerst geordend en later chaotisch het blad. Zijn behandeling van deze traditionele thematiek staat haaks op de opvatting van het historiestuk als een voorbeeldig, ethisch drama. Taferelen als Romeinse zegetocht (1889) en Slag der Gulden Sporen (1895) zijn dan ook ontdaan van heroïsche dramatiek.