James Ensor, pionier van de moderne kunst, is een van de belangrijkste Belgische kunstenaars. Deze vooraanstaande plaats dankt hij niet alleen aan zijn schilderwerk, maar ook aan zijn grafiek die tot het beste en meest originele behoort van wat de moderne prentkunst heeft voortgebracht. Het was in 1886, op het hoogtepunt van zijn artistieke loopbaan, dat Ensor begon te etsen.
Hoewel Ensor verklaarde dat hij begon te etsen omwille van de duurzaamheid van het medium, ligt het voor de hand dat hij tot de techniek gekomen is onder invloed van de oude meesters die hij rond 1886 kopieerde. In zijn geschriften lezen we dat Ensor op dat ogenblik zijn schilderijen maar moeilijk kon verkopen en dat hij zocht naar een uitdrukkingsmiddel dat goedkoper en dus beter verhandelbare kunstwerken opleverde.
Zijn etsen zag James Ensor als volwaardige, losstaande kunstwerkjes. Hij was niet actief als illustrator of ontwerper voor het literaire veld, zoals zijn tijdgenoten Félicien Rops, Charles Doudelet of George Minne. Zijn grafisch werk toonde hij samen met zijn schilderijen en tekeningen op tentoonstellingen zoals bij de Brusselse kunstkring Les Vingt.
Het grafische oeuvre van Ensor omvat ongeveer 130 prenten. Van deze totale productie ontstond er meer dan de helft tijdens de periode tussen 1886 en 1891, uitzonderlijk creatieve jaren van de kunstenaar. Op enkele lithografieën en vernis mous (weke wasplaten) na, concentreerde de kunstenaar zich op etsen en drogenaaldgravures.
Tekst: Catherine Verleysen