Portretten worden bijvoorbeeld gebruikt om de heerser een ‘gezicht' te geven tot in de uithoeken van zijn rijk. Vaak worden van een geslaagd voorbeeld vele kopieën gemaakt, die over het hele rijk verspreid worden. Voorbeelden zijn de portretten van Filips de Goede (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen en Groeningemuseum, Brugge) en Jan zonder Vrees (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen). Opschriften of wapenschilden maken duidelijk welke gebieden onder hun heerschappij vallen of op welke gebieden ze aanspraak - willen - maken. Er bestaan ook reeksen waarin de familiale banden centraal staan, met als doel het legitimeren van de macht. Deze werken verschillen in hun karakter sterk van de portretten die een privéfunctie hebben.
Voor burgers bieden altaarstukken in publieke kerken een subtiele mogelijkheid om hun macht te tonen. Willem Moreel is een van de machtige burgers van Brugge. Hij laat zich in de Moreel-triptiek afbeelden voor zijn landerijen buiten de stad.
Tekst: Anne van Oosterwijk