De Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden vormen op dat moment geen eenheid meer. Vele calvinisten verlaten de Zuidelijke Nederlanden die onder katholiek Spaans gezag liggen.
Na de reformatorische beweging vanuit protestante hoek volgt als antwoord de contrareformatie van de rooms-katholieken. Ook al is de Schelde in Antwerpen gesloten, toch herstelt het economische leven zich onder het welwillende beleid van de Spaans-Habsburgse aartshertogen Albrecht (1559-1621) en Isabella (1566-1633) en het staakt-het-vuren van het Twaalfjarig Bestand (1609-1621).
Als antwoord op de reformatorische strekkingen en in navolging van het Concilie van Trente (1545-1563) worden nieuwe kloosterorden, zoals de jezuïeten, opgericht of in ere hersteld. Nieuwe kerken en kloosters worden in de Zuidelijke Nederlanden opgetrokken. Om dat nieuwe elan kracht bij te zetten, worden vele kunstwerken die aan de contrareformatorische richtlijnen voldoen, besteld. Vaak gaat het om onderwerpen die door de protestantse leer verworpen wordt zoals bijvoorbeeld de verering van Maria, de heilige familie, heiligen, en de leer van de sacramenten. Een van de kernwaarden van de contrareformatie is het gezin.
Tekst: Matthias Depoorter