Na de val van de stad in 1585 herstelt de economie zich en groeit de markt voor luxegoederen nog. Onder andere textiel, kunstkabinetten, muziekinstrumenten en schilderijen worden verhandeld. Tijdens de eerste decennia van de zeventiende eeuw stijgt het aantal kunsthandelaars nog. Zij onderhouden een indrukwekkend netwerk met vertakkingen over heel Europa. Die grote afzetmarkt betekent een stimulus voor de kunstproductie.
Het niveau van de Antwerpse kunstproducten wordt onder meer verzekerd door het aanbrengen van keurmerken op de eikenhouten panelen. "Made in Antwerp" is een prestigieuze herkomstbenaming. Omwille van de gestegen vraag naar kunst, voornamelijk door het patriciaat, is er ook sprake van massaproductie met goedkopere kunstwerken die in serie gemaakt worden. Populaire composities van grote namen worden gereproduceerd.
In de 17e eeuw dikt het aantal kunstverzamelaars, of zogenaamde liefhebbers, aan. Het nieuwe Antwerpse genre van de geschilderde kunstkamer is een gevolg en kunstkenners of connaisseurs duiken op. De gangbare atelierpraktijk, waarbij assistenten het voorbereidende werk doen en de meester op het einde nog zijn persoonlijke toets aan het werk geeft, wordt in sommige gevallen geproblematiseerd. Opdrachtgevers die bij de pinken zijn, eisen soms dat de meester een besteld werk eigenhandig vervaardigt.
Een grotere productie heeft ook voor gevolg dat kunstenaars zich specialiseren en dat soms verschillende meesters aan 1 werk arbeiden.
Tekst: Matthias Depoorter