Net zoals Het Overzicht is het internationaal van strekking, maar met het voordeel dat, door het gebruik van het Frans, de taalbarrière minder speelt. In 7 Arts duikt de term ‘Zuivere Beelding’ (Plastique Pure) voor het eerst op, vermoedelijk geïnspireerd door de voordracht die Theo Van Doesburg (1883 – 1931) geeft in Brussel in het Centre d’Art in februari 1920. Dit gebeurt op uitnodiging van het tijdschrift Le Geste, dat, samen met redactieleden van Demain Littéraire et Social en Au volant, de basis van 7 Arts zal zijn.
Sterkhouders zijn de gebroeders Victor en Pierre Bourgeois, de een architect is, de andere dichter. Zij worden bijgestaan door de schilders Karel Maes en Pierre-Louis Flouquet en de componist Georges Monnier. Van bij het startnummer in mei 1922 is de ideologie van 7 Arts duidelijk: de kunsten zijn de actieve expressie van een beschaving en het resultaat van een ‘georganiseerde uitvinding’. Kunst dient een uitdrukking te geven aan het moderne leven en daar hoort de abstracte kunst zeker bij. Vanuit een duidelijk links-progressief programma krijgt het constructivisme vorm met de integratie van alle kunsten in de bouwkunst. De in 1922 gebouwde tuinwijk ‘La cité moderne’ of de stand van ‘L’equerre/ 7 Arts’ uit 1923 van Victor Bourgeois (met medewerking van Flouquet, De Boeck, Peeters, Servranckx en Karel Maes) kan hiervoor als voorbeeld gelden. Het blad besteedt verder ook veel aandacht aan belangrijke buitenlandse traktaten, waaronder L’architecture futuriste (1926) van Enrico Prampolinini (1894 – 1956). Ook theater en vooral film komen ruim aan bod. Film wordt, net als architectuur, gezien als een synthetiserende discipline om de massa te bereiken.
Net als de Antwerpse wapenbroeders van Het Overzicht, kent 7 Arts een sterk internationaal netwerk van verwante tijdschriften waaronder Zenit, Merz, L’Effort Moderne, Blok, Bouwen en De Stijl. Maurice Casteels (1890 – 1962), wiens stukken zowel in Het Overzicht als in 7 Arts verschijnen, schrijft belangrijke artikelen gewijd aan Jozef Peeters en Felix De Boeck en is samen met Karel Maes een brug tussen de avant-gardebewegingen in Brussel en Antwerpen. 7 Arts verschijnt wekelijks in krantformaat tot september 1928, waarna het nog tot mei 1929 gepubliceerd wordt als bijlage van het Brussels dagblad L’Aurore.
Tekst: Sergio Servellón