Jozef Peeters tracht in deze periode internationale contacten te leggen en klopt eerst aan bij de Nederlandse groepering van De Stijl. De Stijl ‘Maandblad voor de moderne beeldende vakken’(1917 - 1931) is een baanbrekende publicatie onder redactie van Theo Van Doesburg (1883 – 1931) die een nieuwe kunst voorstaat waarbij artistieke activiteit en maatschappelijke context samengaan. Van Doesburg, die in 1920 en 1921 intensief De Stijl promoot in het buitenland (o.a. Duitsland, Italië en Frankrijk), zal verschillende lezingen in België houden. Zij zijn van grote betekenis voor de opkomst van de geometrische abstractie in Antwerpen en Brussel. De lezing Klassiek, barok, Modern vindt plaats in Antwerpen op 13 februari 1920 in de Lutgardiszaal (Sanderusstraat 53, Antwerpen). Exact een maand later, op 13 maart, geeft Van Doesburg een lezing over De Stijl in het Centre d’Art (Caudenberg 6) in Brussel, onder initiatief van een jonge groep rondom de gebroeders Pierre en Victor Bourgeois. Naast de gebroeders Bourgeois, Georges Vantongerloo en René Magritte zijn ook de latere 7 Arts medewerkers aanwezig: Pierre-Louis Flouquet, Felix De Boeck en Victor Servranckx. De term 'Zuivere Beelding' (Plastique Pure) zou hier voor de eerste keer gebruikt zijn door Van Doesburg.
Van Doesburg houdt een tweede reeks lezingen in 1921, opnieuw zowel in Brussel als in Antwerpen. De Vlaamsche Studiekring programmeert in het Hôtel Ravenstein in Brussel op 30 november 1921 de lezing Tot Stijl. Theo Van Doesburg herneemt die lezing op 2 december 1921 in het Koninklijk Atheneum in Antwerpen. Een aankondiging voor deze lezing in De Morgenpost (de Antwerpse editie van De Standaard) geeft een mooi beeld van hoe het brede publiek in aanraking komt met de standpunten van de avant-garde .’Theo Van Doesburg, de bekendste leider van het tijdschrift ‘Stijl’ en propagandist voor moderne kunst, geeft op Vrijdag avond 8 uur in de feestzaal van het Koninklijk Atheneum, een voordracht met lichtbeelden: ‘Tot Stijl’. […] Men weet dat Van Doesburg en zijn medestanders een uiterste vereenvoudiging in kunst voorstaan. Zij aanvaarden geen nabootsing meer van de natuur, maar willen door een eenvoudig spel van vierkante vlakken een kunstindruk geven. […]. Deze voordracht zal door lichtbeelden verduidelijkt worden, zoodat zij een eenige gelegenheid biedt aan allen die met de veelomstreden moderne richting in de kunst willen kennis maken.’ Het is tijdens deze lezing dat Fernand Berckelaers (alias Michel Seuphor) Jozef Peeters leert kennen en hem kort daarna het co-directeurschap van zijn tijdschrift Het Overzicht aanbiedt.
Theo Van Doesburgs belang kan niet overschat worden voor de ontluikende avant-garde in België. Zowel Roger Van Avermaete van Lumière, architect Victor Bourgeois als Paul Van Ostaijen corresponderen met hem. Eugeen De Bock van het tijdschrift Ruimte zal voor korte tijd verdeler en vertegenwoordiger van De Stijl in België zijn. De Bocks uitgeverij De Sikkel publiceert zelfs de lezing Klassiek, barok, Modern. In 1922 ondertekent Van Doesburg het manifest van de Konstruktivistische Internationale beeldende Arbeidsgemeenschap met onder anderen El Lissitsky (1890 – 1941), Hans Richter (1888 – 1976) en de Vlaming Karel Maes. Van Doesburg brengt met zijn nadruk op de internationale aard van het constructivisme verschillende zaken in beweging. Zo evolueert bijvoorbeeld onder zijn invloed het Antwerpse tijdschrift Ça Ira van een links Vlaams nationalistische oriëntatie naar een avant-gardistische periodiek. Van Doesburg zal later nog het pad kruisen van Michel Seuphor wanneer deze in Parijs de abstracte kunst blijft verdedigen met Cercle et Carré. Toch zal Van Doesburg niet meewerken omwille van zijn extreme standpunten over de geometrische abstractie.
Tekst: Sergio Servellón