Zijn half getuite lippen zitten klaar om te zoenen. In de rechterhand houdt hij een appel. De hoofddoek van de vrouw is lichtjes naar achter gegleden zodat haar voorhoofd volledig zichtbaar wordt. Het ritmisch spel van de omhoog gaande handen en de neervallende krullen geven het in se statische beeld een interne dynamiek. Het wit transparante kleedje van het kind is danig fijn geschilderd dat zijn roze babylijfje zichtbaar blijft. Het steekt af tegen de zware mantel van de jonge moeder, waaronder ze een rood gewaad draagt dat discreet uit de mouwen steekt.
Dit middeleeuwse schilderijtje is aangrijpend in zijn eenvoud. En toch toont het niet zomaar een moeder met zomaar een kind. Het zijn Maria en Jezus, de moeder en de zoon van God. Dat zien we aan de gouden achtergrond, het aureool van de moeder en de stralenkrans die het paar omringt. De blijde boodschap van het evangelie begint met de geboorte van Christus. God heeft zijn zoon naar de aarde gezonden om een oud kwaad uit de wereld te helpen. Zijn geboorte ligt in het verlengde van het scheppingsverhaal, waarin Adam en Eva hun Schepper bedrogen hebben. Als straf voor hun ontrouw worden ze uit het Aards Paradijs gezet. Ze zijn de eerste zondaars, maar zullen ook de eerste verlosten zijn. Maria wordt gezien als de nieuwe Eva, Jezus als de nieuwe Adam; vandaar de appel.
Het blauw van Maria’s mantel is de kleur van de hemel. Maar onder deze blauwe mantel verbergt zich het rode kleed van de passie, een voorspelling van wat haar zoon te wachten staat. Om de mensheid te verlossen van het kwaad zal een bloedig offer gebracht moeten worden. Dit gaat gepaard met vreselijk lijden en zal eindigen in een gruwelijke dood. De tegenhanger van de idyllische moeder met kind is het beeld van de piëta – van het Italiaanse pietà of ‘compassie’ – waarbij de moeder het levenloze lichaam van haar zoon op de schoot draagt.
De Maagd zweeft op een zilveren halvemaan, waarvan de twee uiteinden rechts en links onderaan het paneeltje amper zichtbaar zijn. Het beeld van Maria op de maansikkel is een complex iconografisch gegeven dat met veel verschillende tradities in verband kan gebracht worden. De maan is een klassiek symbool van kuisheid, maar hier verbeeldt ze mogelijk ook de relatie tussen moeder en kind. Zoals de maan het licht van de zon terugkaatst, zo weerspiegelt Maria het licht van Christus.
Maria wordt niet aanbeden – de aanbidding komt alleen de Allerhoogste toe – maar vereerd. Bidden tot Maria is bidden tot God via Maria. Als moeder van Christus is ze de meest toegankelijke middelares tussen de mens en God. In de vijftiende en de zestiende eeuw kent de verering van Maria in Vlaanderen een ongekende bloei. Een gebruik dat vele vormen kent en tot op de dag van vandaag verder leeft in kunstwerken en gebeden, processies en bedevaarten, in gedenkdagen en in de naamgeving, zowel van dorpen en steden als van mensen, bloemen en planten.
Dit levendig geschilderd schilderijtje is mogelijk het kleinste uit de verzameling van het MSK Gent, het meet amper vijfentachtig bij eenenzestig millimeter. Simon Bening (Gent 1483 – Brugge 1561) was dan ook een miniaturist. Verschillende van zijn getijden- en gebedenboeken zijn bewaard gebleven. Naast devotieboeken maakte hij ook autonome werken en altaarstukken in tempera op perkament, maar ook in olieverf op paneel. Gezien deze werkwijze is het niet duidelijk of deze Madonna, waarvan Bening verschillende versies maakte, een zelfstandig devotiestuk was of een miniatuur uit een handschrift dat later op een paneel gekleefd werd. Opvallend is de trompe-l’oeil kader die rond het beeld geschilderd werd; een kader waarvan de illusoire schaduw rechts op het beeld valt.
Dit miniatuurschilderijtje van Simon Bening, dat teruggaat op Italiaans-Byzantijnse voorbeelden, was hoogstwaarschijnlijk een devotiestuk. Maar het is meer dan een object van contemplatie en meditatie. Door de empathische observatie en de teergevoelige details van de liefdevolle verhouding tussen moeder en kind overstijgt het zijn religieus karakter. Dit huiselijk tafereel hoeft niet per se een bijbels verhaal of een religieus symbool te zijn. Wat we hier zien is niet enkel meer Maria met het Jezuskind, maar gelijk welke moeder met haar pasgeborene. Het wederzijdse koesteren is voor iedereen herkenbaar. Een kind dat zich liefkozend tegen zijn moeder aanvlijt en de innerlijke vreugde die deze affectie bij een moeder teweeg brengt, zijn als diepmenselijke emoties tegelijk uniek en universeel. En de waarachtigheid van deze onvoorwaardelijke liefde kan in dit geschilderde juweeltje dan weer gezien worden als een verwijzing naar de blijde boodschap. Want, een god die mens wil worden, kan er maar best zo menselijk als mogelijk uitzien.
Tekst: Lieven Van Den Abeele
Lees meer over de collectie van MSK Gent op de website van het museum en volg het museum via Facebook en Instagram.