Zo maken we onder meer werk van een uitbreiding van de bestaande Shared Liability-regeling. Shared Liability is een verzekeringspraktijk waarbij onderlinge bruiklenen enkel worden verzekerd voor het transport en niet voor het verblijf in het bruikleennemend museum zelf. We gaan er immers van uit dat de veiligheidsomstandigheden, de professionaliteit van de medewerkers en de klimatologische omstandigheden in de deelnemende musea in belangrijke mate gelijk zijn en het risico op schade relatief beperkt is. Zo kan worden bespaard op de zware verzekeringskost.
Wanneer er niettemin toch schade is, dan blijft die meestal beperkt. In dergelijke gevallen is het bruikleennemend museum aansprakelijk voor eventuele restauratie tot 500.000 euro.
De Shared Liability is geen garantie dat een aanvraag tot bruikleen effectief wordt toegezegd. Het behoort tot de bevoegdheden van de bruikleengever om een bruikleen al dan niet toe te zeggen.
De verbreding van de shared liability-regeling is belangrijk omdat hiermee ook de verantwoordelijkheden op het vlak van art handling, klimatisering en veiligheid worden scherpgesteld. Wanneer deze niet kunnen worden gegarandeerd, blijft elke bruikleen, ook een onder de shared liability-regeling, allesbehalve evident.
Verder is Vlaamse Kunstcollectie een grote pleitbezorger van staatsindemniteit. Bij staatsindemniteit staat de overheid (in dit geval de Vlaamse overheid) garant voor belangrijke bruiklenen uit het buitenland en kan de verzekeringskost worden beperkt. De Vlaamse overheid heeft momenteel een indemniteitsdecreet in voorbereiding.
De Vlaamse Kunstcollectie volgt de ontwikkelingen op vlak van staatsindemniteit en mogelijke alternatieven zoals de stockverzekering op de voet.
De Vlaamse Kunstcollectie faciliteert het afstemmen van het bruikleen- en tentoonstellingsbeleid van de VKC-musea. De bruiklenen worden ook gecommuniceerd via de plantool Flanders Culture.
Via overleg tussen de collectieverantwoordelijken en directies van de partnermusea wordt ook het acquisitiebeleid afgestemd. Op deze wijze beconcurreren de musea elkaar niet op de kunstmarkt. De musea weten ook perfect van elkaar welke de acquisitiewensen zijn, deze zijn immers samengevat in een ‘overlegd collectieplan’.
Voor meer informatie over dit collectiebeleid en de collectiemobiliteit kan je terecht bij de VKC-coördinator.