Het gaat om het Portret van Augustin van Outryve door Joseph-Benoît Suvée, het monumentale schilderij met de voorstelling van De dood van de vrouw van Belisarius door François-Joseph Kinsoen en Lord Byron op zijn sterfbed door Joseph-Denis Odevaere.
Augustin van Outryve was een vooraanstaand Brugs edelman uit de tweede helft van de achttiende eeuw. Als gefortuneerd zakenman liet hij zijn portret maken door Joseph-Benoît Suvée, de belangrijkste Brugse neoclassicist en later directeur van de gerenommeerde ‘Académie de France’ in Rome. Dit portret is niet alleen kunsthistorisch bijzonder interessant, ook op sociaal en economisch gebied is het van grote betekenis.
Musea Brugge had al in 2016 bij de Vlaamse Gemeenschap een dossier ingediend voor de aankoop van het portret van Augustin van Outryve. Toen reeds was duidelijk dat de periode van het neoclassicisme ondervertegenwoordigd was in de Topstukkenlijst.
In 2017 werd dit schilderij van Suvée aangekocht door de Vlaamse Gemeenschap, die het meteen in langdurige bruikleen gaf aan het Groeningemuseum in Brugge.
Het monumentale doek met de voorstelling van de Dood van de vrouw van Belisarius is een uniek werk dat voor het eerst getoond werd op het Parijse Salon van 1817. Het is het enige historieschilderij dat van Kinsoen is overgebleven.
Het schilderij van Lord Byron op zijn sterfbed heeft een uitgesproken symbolische betekenis. De bekende Engelse dichter en schrijver Lord Byron was opgetrokken als vrijwilliger in de Griekse vrijheidsoorlog tegen de Turken. Hij overleed in Missolonghi in 1824. Hij is hier voorgesteld als Griekse held, aan de voet van het beeld van de Vrijheid. De lier met gesprongen snaren geeft de dichter weer die door de dood tot zwijgen is gebracht. Voor de houding van Byron heeft de schilder zich geïnspireerd op De dood van Marat van Jacques Louis David.
Musea Brugge kreeg in 2017 de opdracht van de Vlaamse overheid om tegen juni 2018 een ‘proeflijst neoclassicisme’ op te stellen die aan de Topstukkenraad zou voorgelegd worden. Samen met een stuurgroep van experten uit het vakgebied ging Musea Brugge op zoek naar belangrijke neoclassicistische kunstwerken die zich in Vlaanderen bevinden en die het predicaat ‘topstuk’ verdienen. Op basis van strenge criteria werd een inventaris opgemaakt van zeldzame en onmisbare kunstvoorwerpen uit de jaren 1760-1830.
Hieruit werd door de Topstukkenraad een selectie gemaakt van zowel schilderijen, sculpturen als tekeningen uit openbare collecties, kerken of privébezit. Ook Suvées monumentaal doek met de Verrijzenis van Christus uit de Brugse Sint-Walburgakerk werd door de commissie weerhouden en staat vanaf nu op de Topstukkenlijst.
Recent werd ook een een selectie unieke en onmisbare zeventiende-eeuwse tekeningen en verzamelingen van tekeningen definitief beschermd als Vlaams topstuk. De selectie was het resultaat van een onderzoek door het Rubenianum en de Koninklijke Bibliotheek van België (KBR). Vier van de geselecteerde werken behoren tot de collectie van Musea Brugge.
Het Topstukkendecreet zorgt voor de bescherming van roerend cultureel erfgoed dat voor de Vlaamse Gemeenschap in Vlaanderen bewaard moet blijven. Het gaat om objecten met een bijzondere archeologische, historische, cultuurhistorische, artistieke of wetenschappelijke betekenis. Hiermee komen deze werken in aanmerking voor een gesubsidieerde conservering en restauratie.